Biografie

Zoon van schaatsende ouders. De sport is hem met de paplepel ingegoten. Maar schaatsen is niet de enige sport waarin hij fanatiek was. Al op jonge leeftijd spreekt hij uit dat hij schaatser wil worden, maar ook in het wielrennen is hij succesvol. Als junior wordt hij in 2004 nog 2e bij het NK tijdrijden achter Robert Gesink. Zijn voorkeur ging toen echter al uit naar het schaatsen.

In het seizoen 2004-2005 maakt het grote publiek kennis met Kramer. Als junior doet hij mee met de senioren NK's. Bij het NK Allround wordt hij zeer verrassend kampioen. Bij het EK Allround 3 weken later in hetzelfde Thialf, kan Uytdehaage de ontketende Kramer nog maar net voor blijven. Kramer rijdt met 13.09,65 een ijzersterke 10.000m, 9 jaar later staat deze tijd nog steeds als officieus wereldrecord junioren. Het seizoen sluit hij af met de wereldtitel junioren. Aan het eind van het seizoen maakt hij, samen met Jong Oranje ploeggenoot Ireen Wüst, de overstap naar het TVM van coach Gerard Kemkers.

Kramers ster is rijzende, maar ondanks dat verrast hij als neo-senior met een wereldrecord op de 5000m. Op de Winterspelen in Turijn in 2006 is hij individueel, maar vooral met het team favorieten voor goud. Op de 5000 meter wordt hij op klasse verslagen door Chad Hedrick en rijdt hij naar het zilver. Bij de ploegenachtervolging stapt Kramer in de halve finale op een blokje. In de troostfinale stelt hij met het team alsnog het brons veilig. Hoewel het seizoen 2005-2006 al redelijk voortvarend verloopt, verbleekt dit seizoen bij de prestaties die Kramer in het opvolgende seizoen op de ijsbanen toont.

Seizoen 2006-2007 is tot op heden (anno 2014) nog steeds Kramers meest succesvolle seizoen. Aan elk kampioenschap of wedstrijd waaraan hij deelneemt wordt in winst omgezet, met uitzondering van twee World Cup wedstrijden over 1500 meter. Hij wordt viermaal Nederlands kampioen (allround, 1500m, 5000m en 10.000m), viermaal wereldkampioen (allround, 5000m, 10.0000m en ploegenachtervolging) en Europees kampioen allround. Met het winnnen van alle drie de allroundkampioenschappen in één seizoen schaart hij zich in het rijtje Verkerk (1967), Schenk (1970), Visser (1989), Zandstra (1993) en Ritsma (1996) die hetzelfde presteerden. Kramer is echter de enige die deze drieluik in meerdere seizoenen winnend afsluit, namelijk ook in 2008, 2009 en 2013.

In de seizoenen erna laat Kramer er geen twijfel over bestaan wie de beste schaatser van zijn generatie is. Hij wint (bijna) alles wat er te winnen valt aan Nederlandse, Europese en wereldtitels. Op 23 jarige leeftijd heeft hij alles gewonnen wat hij kan winnen, behalve Olympisch goud. De Winterspelen van 2010 in Vancouver zou zijn toernooi worden met goud op de 5000m, 10.0000m en op de ploegenachtervolging. Het toernooi verloopt uiteindelijk anders als verwacht. Vooral een kapitale wisselfout op de 10.000 meter en communicatiefout tijdens de ploegenachtervolging houden Kramer af van drie gouden medailles. Hij moet uiteindelijk genoegen nemen met één goud (5000m) en één brons (ploeg). Aan het eind van het seizoen gaat een beenblessure opspelen. Zo ernstig dat hij het begin van het volgende seizoen in eerste instantie uitstelt. De blessure blijft aanhouden, de diagnose laat lang op zich wachten en het herstel volgt langzaam met als gevolg dat het seizoen 2010-2011 als verloren wordt beschouwd.

In 2011-2012 komt hij langzaam terug. Het oude niveau wordt niet gehaald, maar het is wel goed genoeg voor drie wereldtitels (allround, 5000m en de ploegenachtervolging) en de Europese allroundtitel. Het daaropvolgende jaar komt hij steeds dichter bij zijn oude niveau en in het Olympische jaar van 2013-2014 lijkt hij zijn niveau van 2006-2007 weer te halen. Er is echter een groot verschil tussen Kramer voor de blessure en Kramer na de blessure. Voor de blessure rijdt Sven Kramer alle wedstrijden en wil hij overal winnen. Na de blessure rijdt hij minder wedstrijden en veel gedoseerder. Hij geeft zelfs in een interview toe dat hij soms zelfs te voorzichtig is, maar hij wil nooit meer belanden in de situatie als in het verloren seizoen 2010-2011.

Naast de vele titels heeft Kramer ook een aantal wereldrecords op zijn naam staan. Momenteel (januari 2014) is hij wereldrecordhouder op de 5000 en 10.000 meter en met Jan Blokhuijsen en Koen Verweij ook op de ploegenachtervolging. Daarnaast leidt hij vele statistieken zoals de schaatser met de meeste internationale allroundtitels in successie. Jarenlang was Hjalmer Andersen met zes titels (1951-1953) de nummer 1, maar Kramer verbrak dit record en won tussen 2007 en 2010 acht titels op rij. Hij wordt beschouwd als de beste schaatser van zijn generatie. Alleen meervoudig succes op de Winterspelen houdt hem nog tegen van de titel beste schaatser uit de historie.

Machiel Smit, 25 januari 2014

Zie SportGeschiedenis.nl voor historische en recentere filmbeelden van Sven Kramer.